Tijdelijke variabele gegevens die worden opgeslagen en gebruikt door een beschermd computerprogramma en die niet beschermd zijn als een ''uitdrukkingsvorm'' van een computerprogramma

C-159/23

Sony v Datel

Auteursrecht: Computerprogamma's

17 Oct 2024

De achtergrond van de zaak

Sony verleent exclusieve licenties voor PlayStation-consoles en -games in Europa. Tot 2014 gold dit ook voor de PlayStationPortable (“PSP”)-console en games daarvoor, zoals MotorStorm: Arctic Edge.

Datel ontwikkelt, produceert en distribueert software, met name producten die werken met Sony spelconsoles. Dit omvatte Action Replay PSP-software (die na installatie op de PSP bepaalde opties in het spel ontgrendelde of beperkingen in het spel ophief) en het Tilt FX-apparaat en de bijbehorende software (die bewegingsbesturing van de PSP mogelijk maakte).

De software van Datel bereikte dit door niet de broncode, de objectcode of de interne structuur en organisatie van de software van Sony te wijzigen, maar door tegelijkertijd met de spelsoftware te draaien en alleen de variabelen te wijzigen die tijdelijk door de spellen van Sony naar het RAM van de PSP-console worden overgebracht en die tijdens het draaien van het spel worden gebruikt, zodat het spel op basis van die variabelen naar de gewijzigde inhoud draait.

Sony klaagde Datel aan en beweerde dat de apparaten en software van Datel PSP-gebruikers in staat stellen de spelsoftware van Sony te wijzigen op een manier die in strijd is met de auteursrechtwet. Sony verzocht om een verbod om de apparaten en software van Datel op de markt te brengen en vroeg ook om vergoeding van de vermeende verliezen.

De verwijzende rechter, het Bundesgerichtshof (Duitsland), stelt de vraag aan de orde of de enkele manipulatie van de inhoud van variabelen die het beschermde computerprogramma heeft overgebracht naar het RAM van een apparaat (dat het beschermde computerprogramma op zijn beurt gebruikt bij het uitvoeren van het programma) valt onder de bescherming die aan een computerprogramma wordt verleend krachtens artikel 1, leden 1 tot en met 3, van de Richtlijn Computerprogramma'sRichtlijn 2009/24/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2001 betreffende de harmonisatie van bepaalde aspecten van het auteursrecht en de naburige rechten en of een dergelijke wijziging van de in RAM opgeslagen variabele gegevens een wijziging is in de zin van artikel 4, lid 1, sub b, van Richtlijn Computerprogramma'sRichtlijn 2009/24/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2001 betreffende de harmonisatie van bepaalde aspecten van het auteursrecht en de naburige rechten.

Het oordeel

Het HvJ EG beantwoordt de eerste vraag van de verwijzende rechter ontkennend en stelt dat de tweede vraag niet beantwoord hoeft te worden.

Het Hof merkt op dat artikel 1 van de Richtlijn Computerprogramma'sRichtlijn 2009/24/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2001 betreffende de harmonisatie van bepaalde aspecten van het auteursrecht en de naburige rechten volgens de titel het voorwerp van bescherming van computerprogramma's omschrijft (punt 31), en dat uit de bewoordingen van met name de leden 2 en 3 van dit artikel blijkt dat een “uitdrukkingswijze, in welke vorm dan ook” van een computerprogramma wordt beschermd, afgezien van de ideeën en beginselen die aan de samenstellende elementen ervan ten grondslag liggen, op voorwaarde dat een dergelijk programma oorspronkelijk is, in die zin dat het een “eigen schepping van de maker” is (punt 32).

Het Hof herinnert eraan dat de “uitdrukkingswijze, in welke vorm dan ook” van een computerprogramma die is welke reproductie in verschillende computertalen mogelijk maakt, zoals de broncode en de objectcode (zie BSA, C-393/09) (punt 34).

Anderzijds herinnert het Hof eraan dat de grafische gebruikersinterface van een computerprogramma, die geen reproductie van dat programma mogelijk maakt, maar slechts een element van dat programma vormt waarmee gebruikers de functies van dat programma kunnen gebruiken, geen uitdrukkingsvorm van een computerprogramma in de zin van die bepaling vormt (zie ook BSA, C-393/09) (punt 35).

Evenzo herinnert het Hof eraan dat noch de functionaliteit van een computerprogramma, noch de programmeertaal en het formaat van de gegevensbestanden die in een computerprogramma worden gebruikt om bepaalde functies ervan te exploiteren, een uitdrukkingswijze van dat programma in de zin van die bepaling vormen. Aanvaarding dat de functionaliteit van een computerprogramma auteursrechtelijk kan worden beschermd, zou erop neerkomen dat ideeën kunnen worden gemonopoliseerd, ten nadele van de technologische vooruitgang en de industriële ontwikkeling (zie SAS Institute, C-406/10) (punt 36).

Het Hof vat samen dat uit de bewoordingen van artikel 1, lid 2, van Richtlijn Computerprogramma'sRichtlijn 2009/24/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2001 betreffende de harmonisatie van bepaalde aspecten van het auteursrecht en de naburige rechten, blijkt dat de broncode en de objectcode onder het begrip “uitdrukkingsvormen” van een computerprogramma in de zin van deze bepaling vallen, aangezien zij het mogelijk maken dat programma te reproduceren of vervolgens te creëren, terwijl andere elementen van dat programma, zoals onder meer de functionaliteiten ervan, niet door deze richtlijn worden beschermd. De richtlijn beschermt evenmin de elementen met behulp waarvan de gebruikers van die functionaliteiten gebruikmaken, zonder evenwel een dergelijke reproductie of verdere creatie van dat programma toe te staan (punt 37). Artikel 1, lid 3, van Richtlijn Computerprogramma'sRichtlijn 2009/24/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2001 betreffende de harmonisatie van bepaalde aspecten van het auteursrecht en de naburige rechten bepaalt dat de bescherming beperkt is tot de intellectuele schepping zoals die tot uitdrukking komt in de tekst van de broncode en de objectcode, en dus tot de letterlijke uitdrukking van het computerprogramma in die codes (punt 38).

Voor zover de software van Datel slechts de inhoud van de variabelen wijzigt die door een beschermd computerprogramma naar het RAM van een computer worden overgebracht en door dat programma bij de uitvoering ervan worden gebruikt, maakt zij het als zodanig niet mogelijk dat programma of een deel ervan te reproduceren, maar veronderstelt zij integendeel dat dat programma tegelijkertijd wordt uitgevoerd. Het HvJEU oordeelt dat de inhoud van de variabelen dus een element van genoemd programma is door middel waarvan gebruikers gebruik maken van de functies ervan, dat niet wordt beschermd als een “uitdrukkingswijze” van een computerprogramma in de zin van artikel 1, lid 2, van Richtlijn Computerprogramma'sRichtlijn 2009/24/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2001 betreffende de harmonisatie van bepaalde aspecten van het auteursrecht en de naburige rechten, hetgeen de verwijzende rechter dient na te gaan (punt 51).

Het Hof concludeert dat de inhoud van de variabele gegevens die door een beschermd computerprogramma naar het RAM van een computer worden overgebracht en door dat programma bij de uitvoering ervan worden gebruikt, niet onder de door die richtlijn verleende bescherming valt, voor zover die inhoud het niet mogelijk maakt om een dergelijk programma te reproduceren of nadien te creëren (punt 52).

Commentaar

Het HvJ volgde het advies van AG Szpunar in zijn beslissing en bevestigde dat het wijzigen van variabele gegevens van voorbijgaande aard die worden opgeslagen en gebruikt door een computerprogramma, zonder de onderliggende bron- of objectcode van dat computerprogramma te wijzigen, niet valt binnen de reikwijdte van de auteursrechtelijke bescherming die wordt geboden Richtlijn Computerprogramma'sRichtlijn 2009/24/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2001 betreffende de harmonisatie van bepaalde aspecten van het auteursrecht en de naburige rechten. De redenering van het EHJ kwam overeen met het standpunt van de AG en benadrukte dat auteursrechtelijke bescherming zich uitstrekt tot de uitdrukking van een programma (de code), die reproductie mogelijk maakt, en niet tot de vluchtige gegevens die het tijdens runtime verwerkt. Het manipuleren van deze laatste, zelfs als het de output van het computerprogramma beïnvloedt (in dit geval: de spelervaring), valt niet binnen de beschermingsomvang van een computerprogramma. Op het eerste gezicht is deze uitspraak relevant voor ontwikkelaars van zogenaamde 'mods', 'cheats' en andere software die op deze manier interageert met auteursrechtelijk beschermde spellen.

Neem contact met ons op.

info@acr.amsterdam