Schending van de motiveringsplicht door het EUIPO is een procedurefout waardoor het EUIPO zijn besluit moet herroepen

C-281/18

Repower v EUIPO

Procesrecht: Motiveringsplicht

31 Oct 2019

De achtergrond van de zaak

Deze zaak betreft de uitlegging van artikel 80, lid 1, van Merkenverordening 207/2009Verordening [EG] nr. 207/2009 van de Raad van 26 februari 2009 inzake het Gemeenschapsmerk, dat bepaalt dat wanneer het EUIPO een inschrijving in het register heeft gedaan of een beslissing heeft genomen die een kennelijke procedurefout bevat die aan het EUIPO kan worden toegerekend, het ervoor zorgt dat de inschrijving wordt doorgehaald of de beslissing wordt herroepen. In een zaak betreffende de geldigheid van het merk REPOWER had de vijfde kamer van beroep haar eerdere beslissing in die zaak vernietigd op grond dat die beslissing niet voldeed aan de motiveringsplicht. In hogere voorziening was het Gerecht het er niet mee eens dat de vijfde kamer van beroep de doorhaling kon baseren op artikel 80, lid 1, van Merkenverordening 207/2009Verordening [EG] nr. 207/2009 van de Raad van 26 februari 2009 inzake het Gemeenschapsmerk, op grond dat een motiveringsgebrek geen kennelijke procedurefout oplevert. Het Gerecht oordeelde echter dat de doorhaling door de vijfde kamer van beroep niettemin kon worden gehandhaafd, omdat zij kon worden gebaseerd op het algemene rechtsbeginsel dat de intrekking van onrechtmatige administratieve handelingen toestaat.

Het oordeel

Het Hof oordeelt dat elke schending van de motiveringsplicht, zoals een ontbrekende of ontoereikende motivering, een procedurefout is in de zin van artikel 80, lid 1, van Merkenverordening 207/2009Verordening [EG] nr. 207/2009 van de Raad van 26 februari 2009 inzake het Gemeenschapsmerk. Het Hof oordeelt voorts dat artikel 80, lid 1, een lex specialis is en het EUIPO niet toestaat om op basis van artikel 83, lid 1, rekening te houden met beginselen betreffende hetzelfde voorwerp die in de lidstaten algemeen zijn erkend.

Hoewel het Gerecht dus een fout heeft gemaakt door een in de lidstaten algemeen erkend beginsel toe te passen, leidt de toepassing van het juiste beginsel tot hetzelfde resultaat, namelijk dat de nietigverklaring door de vijfde kamer van beroep gerechtvaardigd was. Om deze reden verwerpt het Hof het beroep.

Neem contact met ons op.

info@acr.amsterdam