De achtergrond van de zaak
Hütter et al. zijn leden van de muziekgroep Kraftwerk. In 1977 publiceerde deze groep een fonogram met het lied “Metall auf Metall”. In 1997 componeerden de heren Pelham en Haas het lied “Nur mir”, dat in een doorlopende lus een elektronische kopie (“sample”) van ongeveer 2 seconden van een ritmesequentie uit het lied “Metall auf Metall” bevat.
We zullen u de gebruikelijke beschrijving van de verschillende stadia van de inbreukprocedure besparen die vervolgens voor de rechtbanken in Duitsland werd ingeleid en die ging van het Landgericht Hamburg via het Oberlandesgericht Hamburg naar het Bundesgerichtshof en vervolgens weer terug naar het Oberlandesgericht Hamburg en het Bundesgerichtshof , vervolgens naar het Bundesverfassungsgericht en ten slotte weer terug naar de verwijzende rechter, het Bundesgerichtshof, dat een reeks vragen aan het Hof van Justitie heeft voorgelegd over de uitlegging van artikel 2, sub c, en artikel 5, lid 3, sub d, van AuteursrechtrichtlijnRichtlijn 2001/29/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2001 betreffende de harmonisatie van bepaalde aspecten van het auteursrecht en de naburige rechten in de informatiemaatschappij.
Het oordeel
Het Hof stelt allereerst vast dat AuteursrechtrichtlijnRichtlijn 2001/29/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2001 betreffende de harmonisatie van bepaalde aspecten van het auteursrecht en de naburige rechten in de informatiemaatschappij geen definitie bevat van het begrip “volledige of gedeeltelijke reproductie” en dat de betekenis ervan dus moet worden bepaald aan de hand van de gebruikelijke betekenis ervan in de omgangstaal, waarbij tevens rekening moet worden gehouden met de context waarin het voorkomt en met het doel van de regeling waarvan het deel uitmaakt (punt 28). Op basis hiervan concludeert het Hof “dat de reproductie door een gebruiker van een geluidsfragment, hoe kort dan ook, van een fonogram, in beginsel moet worden beschouwd als een „gedeeltelijke” reproductie van dat fonogram, in de zin van die bepaling, en dat een dergelijke reproductie bijgevolg onder het door deze bepaling aan de producent van dat fonogram verleende uitsluitende recht valt” (punt 29). Het Hof is van oordeel dat deze uitlegging in overeenstemming is met de algemene doelstelling van Hütter et al. zijn leden van de muziekgroep Kraftwerk. In 1977 publiceerde deze groep een fonogram met het lied “Metall auf Metall”. In 1997 componeerden de heren Pelham en Haas het lied “Nur mir”, dat in een doorlopende lus een elektronische kopie (“sample”) van ongeveer 2 seconden van een ritmesequentie uit het lied “Metall auf Metall” bevat.
We zullen u de gebruikelijke beschrijving van de verschillende stadia van de inbreukprocedure besparen die vervolgens voor de rechtbanken in Duitsland werd ingeleid en die ging van het Landgericht Hamburg via het Oberlandesgericht Hamburg naar het Bundesgerichtshof en vervolgens weer terug naar het Oberlandesgericht Hamburg en het Bundesgerichtshof , vervolgens naar het Bundesverfassungsgericht en ten slotte weer terug naar de verwijzende rechter, het Bundesgerichtshof, dat een reeks vragen aan het Hof van Justitie heeft voorgelegd over de uitlegging van artikel 2, sub c, en artikel 5, lid 3, sub d, van AuteursrechtrichtlijnRichtlijn 2001/29/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2001 betreffende de harmonisatie van bepaalde aspecten van het auteursrecht en de naburige rechten in de informatiemaatschappij om een hoog niveau van bescherming van het auteursrecht en de naburige rechten tot stand te brengen, en met de “genoemde specifieke doelstelling van het uitsluitende recht van de fonogramproducent” (punt 30).
Het Hof voegt daar echter aan toe dat dit anders ligt wanneer een gebruiker “bij de uitoefening van de vrijheid van kunsten” een geluidsfragment uit een fonogram neemt om het “in een gewijzigde en voor het oor onherkenbare vorm” te gebruiken in een nieuw werk (punt 31). Volgens het Hof zou het aanmerken van een dergelijke geluidsopname als een “reproductie” niet alleen indruisen tegen de gebruikelijke betekenis van dit woord in het dagelijks taalgebruik, maar ook niet voldoen aan het vereiste van een juist evenwicht tussen het reproductierecht van de fonogrammenproducenten enerzijds en andere grondrechten, waaronder de vrijheid van kunst die wordt beschermd door artikel 13 van het HandvestHandvest van de Grondrechten van de Europese Unie (2000/C 364/01) anderzijds.
Met betrekking tot de vraag of de verspreiding van een fonogram met een geluidsopname neerkomt op de verspreiding van een “kopie” van het fonogram in de zin van artikel 9, lid 1, van de Richtlijn Verhuurrecht en UitleenrechtRichtlijn 2006/115/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 betreffende het verhuurrecht, het uitleenrecht en bepaalde naburige rechten op het gebied van intellectuele eigendom, oordeelt het Hof dat het distributierecht met name tot doel heeft piraterij te bestrijden, dat wil zeggen de productie en verspreiding onder het publiek van nagemaakte kopieën, aangezien dit een ernstige bedreiging vormt voor de inkomsten die fonogrammenproducenten ontvangen door fonogrammen beschikbaar te stellen. Het Hof is van oordeel dat dit niet het geval is wanneer het gaat om een artikel dat, zonder alle of een wezenlijk deel van de op een fonogram vastgelegde klanken te reproduceren, enkel uit dat fonogram overgenomen geluidsfragmenten belichaamt teneinde een nieuw en onderscheiden werk te creëren. Het Hof oordeelt daarom dat “kan uitsluitend materiaal waarop al het geluid of een substantieel deel van de op een fonogram vastgelegde geluiden is opgenomen, vanwege de eigenschappen daarvan de plaats innemen van de legale exemplaren van dat fonogram en derhalve een kopie van dat fonogram vormen in de zin van artikel 9, lid 1, van richtlijn 2006/115” (punt 46). Het Hof merkt verder op dat deze interpretatie wordt ondersteund door het Verdrag van Genève, dat bepaalt dat producenten van fonogrammen moeten worden beschermd tegen de verspreiding onder het publiek van “duplicaten” van hun fonogrammen en dat een “duplicaat” definieert als een artikel dat “alle of een wezenlijk deel” van de op een fonogram vastgelegde klanken belichaamt.
Vervolgens gaat het Hof in op de vraag van de verwijzende rechter of een bepaling van Duits nationaal recht, volgens welke een onafhankelijk werk dat is gemaakt met behulp van het werk van een ander, zonder toestemming van, in dit geval, de producent van fonogrammen, mag worden gebruikt en geëxploiteerd, in overeenstemming is met Hütter et al. zijn leden van de muziekgroep Kraftwerk. In 1977 publiceerde deze groep een fonogram met het lied “Metall auf Metall”. In 1997 componeerden de heren Pelham en Haas het lied “Nur mir”, dat in een doorlopende lus een elektronische kopie (“sample”) van ongeveer 2 seconden van een ritmesequentie uit het lied “Metall auf Metall” bevat.
We zullen u de gebruikelijke beschrijving van de verschillende stadia van de inbreukprocedure besparen die vervolgens voor de rechtbanken in Duitsland werd ingeleid en die ging van het Landgericht Hamburg via het Oberlandesgericht Hamburg naar het Bundesgerichtshof en vervolgens weer terug naar het Oberlandesgericht Hamburg en het Bundesgerichtshof , vervolgens naar het Bundesverfassungsgericht en ten slotte weer terug naar de verwijzende rechter, het Bundesgerichtshof, dat een reeks vragen aan het Hof van Justitie heeft voorgelegd over de uitlegging van artikel 2, sub c, en artikel 5, lid 3, sub d, van AuteursrechtrichtlijnRichtlijn 2001/29/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2001 betreffende de harmonisatie van bepaalde aspecten van het auteursrecht en de naburige rechten in de informatiemaatschappij. Het Hof oordeelt dat dit niet het geval is, aangezien de lidstaten in hun nationale wetgeving geen uitzondering of beperking mogen opnemen waarin artikel 5 van Hütter et al. zijn leden van de muziekgroep Kraftwerk. In 1977 publiceerde deze groep een fonogram met het lied “Metall auf Metall”. In 1997 componeerden de heren Pelham en Haas het lied “Nur mir”, dat in een doorlopende lus een elektronische kopie (“sample”) van ongeveer 2 seconden van een ritmesequentie uit het lied “Metall auf Metall” bevat.
We zullen u de gebruikelijke beschrijving van de verschillende stadia van de inbreukprocedure besparen die vervolgens voor de rechtbanken in Duitsland werd ingeleid en die ging van het Landgericht Hamburg via het Oberlandesgericht Hamburg naar het Bundesgerichtshof en vervolgens weer terug naar het Oberlandesgericht Hamburg en het Bundesgerichtshof , vervolgens naar het Bundesverfassungsgericht en ten slotte weer terug naar de verwijzende rechter, het Bundesgerichtshof, dat een reeks vragen aan het Hof van Justitie heeft voorgelegd over de uitlegging van artikel 2, sub c, en artikel 5, lid 3, sub d, van AuteursrechtrichtlijnRichtlijn 2001/29/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2001 betreffende de harmonisatie van bepaalde aspecten van het auteursrecht en de naburige rechten in de informatiemaatschappij niet voorziet. In dit verband herinnert het Hof eraan dat het er reeds herhaaldelijk op heeft gewezen dat de in artikel 5 van deze richtlijn opgenomen lijst van uitzonderingen en beperkingen limitatief is. Het Hof oordeelt dat een dergelijke uitzondering, namelijk het citaatrecht, van toepassing kan zijn in het geval van geluidssampling, maar alleen als de sampling is opgenomen met de bedoeling een dialoog aan te gaan met het werk.
Bovendien oordeelt het Hof dat artikel 2, sub c, van AuteursrechtrichtlijnRichtlijn 2001/29/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2001 betreffende de harmonisatie van bepaalde aspecten van het auteursrecht en de naburige rechten in de informatiemaatschappij, moet worden uitgelegd als een maatregel van volledige harmonisatie van het overeenkomstige materiële recht, aangezien het uitsluitende reproductierecht van een producent van fonogrammen in ondubbelzinnige bewoordingen definieert en niet is onderworpen aan enige voorwaarde of maatregel in een bepaalde vorm.